En daar zat ze dan, eenzaam en alleen. Niemand die iets tegen haar zei. Niemand die een arm om haar heen sloeg en niemand die zei: “Lieverd, het komt goed.” Bang dat is ze. Als en hond in het nauw gedreven zo bang. Hoe heeft het toch zo kunnen gebeuren? Nog geen jaar geleden lag de wereld nog aan haar voeten. Ze had alles wat haar hartje begeerde; lieve en zorgzame ouders die werkelijk alles voor haar over leken te hebben en altijd voor haar klaar stonden. Een grote groep vriendinnen waar ze dol op was en die altijd voor haar klaar stonden en een hele lieve vriend, met wie ze al meer dan twee jaar samen was. En met wie ze later, na haar studie geneeskunde, wilde trouwen en waarmee ze dolgraag kinderen wilde krijgen. “Kinderen krijgen, kinderen krijgen…” galmde het door haar hoofd en haar gedachtes dwaalde af. Haar maag draaide om, haar hartslag sloeg op hol en weer raakte ze volledig in paniek.
De tranen rolden over haar wangen en helder nadenken kon ze allang niet meer. Waarom was ze dan ook zo onvoorzichtig geweest? Iedereen wist toch dat je nooit je drankje onbeheerd achter moest laten, wanneer je een avondje uit was? En toch was het haar overkomen. Samen met een stel vriendinnen was ze een avondje stappen in de discotheek. Met een heerlijk glaasje rode wijn in de hand, stond ze wat mee te deinen op de muziek. Ineens werd ze door een vriendin de dansvloer opgetrokken. In alle haast zette ze haar glas op de dichtstbijzijnde tafel neer en verdween in de dansende massa.
Maar na één dansnummer verliet ze de dansvloer weer, ging aan het tafeltje waar haar wijnglas nog onaangeroerd stond, staan en nam een flinke slok van de heerlijke wijn. En vanaf dat moment werd alles zwart. Niets van wat er zich die avond verder allemaal had afgespeeld, kon ze zich nog herinneren. Het ene moment stond ze nog in de discotheek en het andere moment lag ze thuis in bed met twee politieagenten naast haar bed, om een verklaring af te nemen. Naar eigenzeggen van haar vriendinnen was ze die avond na het dansen, nog een luchtje gaan scheppen buiten. Om vervolgens enkele uren later, totaal verward en half ontbloot, zwervend over straat en bij een afgelegen bushalte, door omstanders gevonden te worden.
De politie werd gealarmeerd en ze werd naar het ziekenhuis gebracht, waar ondertussen ook haar ouders, op haar zaten te wachten. Uit onderzoeken kwam naar voren dat ze het GHB toegediend had gekregen en dat ze verkracht was. De eerste paar weken waren zwaar, maar vrienden en familie vingen haar gelukkig goed op. Maar dat hield meteen op, toen bleek dat ze zwanger was. Iedereen in haar omgeving stond er op dat ze het kindje weg zou laten halen. Maar zijzelf kon dat niet over haar hart verkrijgen. Ze besloot, tegen ieders wil in, het kindje toch te laten komen. Met alle gevolgen van dien: haar ouders konden zich niet bij haar keuze neerleggen en besloten het contact voorgoed met haar te verbreken. En ook haar vriendinnen, en zelfs haar eigen vriendje, keerden haar de rug toe.En daar zat ze dan…met een pasgeboren baby, stevig in haar armen gedrukt. Buiten was het koud en guur. Binnen was het behaaglijk warm. Maar ondanks de wanhoop die ze binnen in haar voelde, voelde ze zich op één of andere manier, rustig en sereen. Ze had vrede met de keuze die ze, lang geleden al, gemaakt had. Ze kon niet anders. Het was goed zo.
Rustig en op haar gemak bekeek ze het kleine kamertje. Aan alles was gedacht. Een comfortabele stoel om op te zitten. Een schattig bedje, voorzien van heerlijk zachte dekentjes en een klein pluche knuffeltje aan het voeteneind. Een schriftje, waar je als moeder, nog het één en het ander voor je kindje op kon schrijven, als aandenken voor later. Als je wilde, kon je zelfs op een knop drukken, zodat er iemand naar je toe kon komen, voor een luisterend oor.
“Hier ben je veilig, lief klein boefje van me. Hier ben je veilig. Ze zullen je hier goed en liefdevol opvangen en verzorgen. Ze zullen er alles aan doen om je een goede thuisbasis te geven. Iets dat ik op dit moment onmogelijk geven kan. Ik gun je al het goede, alle liefde en al het geluk van de wereld. En daarom neem ik met zeer veel pijn in mijn hart afscheid van je. Lieve kleine boef van me, weet dat mama ontzettend veel van je houdt. Dat mag je nooit vergeten.” Ze legde haar zoontje voorzichtig in het bedje neer, gaf hem nog een laatste kus, opende de deur, liep naar buiten en liet de deur weer zachtjes in het slot vallen…
Geheel in het zwart gekleed liep ze door de verlaten en donkere straten van de stad. Ze deed er alles aan om niet gezien te worden. Doodsbang en steeds over haar schouders kijkend, zwierf ze al enige tijd door de stad. Waar kon ze in vredesnaam nog naar toe? Wie kon ze nog om hulp vragen? Wie wilde haar, nu ze de naam van de familie geschonden had, nu nog helpen? Ze was ten einde raad. Hulpverleningsinstanties inschakelen dat durfde ze niet. In haar opinie konden zij zich nooit helemaal verplaatsen, in hoe het was om met eerwraak binnen de familie, te moeten leven. Al deden ze daar nog zo hun best voor.
Eerwraak was iets dat binnen haar familie al eeuwenlang speelde. Ze kwam uit een trotse familie waar de naam van de familie hoog in het vaandel stond. Bezoedelde je, op wat voor een manier dan ook, de naam van de familie, dan was je een ware schande voor de familie. Dit kon zelfs, in uiterste gevallen, leidden tot eerwraak. Binnen haar familie was het tot op heden nog nooit voorgevallen. Maar binnen haar vriendenkring kende ze de verhalen, waarbij er iemand om het leven was gebracht uit eerwraak, maar al te goed. Van de verhalen alleen al had ze, van ellende, een uur boven de pot gehangen.
En nu stond haar zo’n zelfde lot, haar zelf te wachten. Anderhalf jaar geleden was ze verliefd geworden op een hele leuke en lieve jongen. Maar er was één probleem; de relatie moest geheim blijven. Niemand binnen haar familie mocht ooit van het bestaan van hun relatie af weten. En toch waren ze, ondanks hun verboden liefde, dolgelukkig met elkaar. Niets of niemand kon daar nog tussen komen, of toch wel…?
Een ongewenste zwangerschap gooide roet in het eten. De zwangerschap kwam uit binnen de familie en hoewel ze nog steeds zielsveel van elkaar hielden, hield vanzelfsprekend hun relatie ook op met bestaan. (zo ver die voor de buitenwereld al bestond) De familie sprak er schande van en eiste gerechtigdheid. Dit kindje kon en mocht niet bestaan. Maar ook zij mocht niet meer bestaan. En dat allemaal uit angst voor de goede naam van de familie.
Nog geen twee dagen geleden was ze, helemaal in haar eentje, in een verlaten houten schuurtje, bevallen van een klein babymeisje. En nu zat ze hier, met haar dochtertje, die veel op haar grote liefde leek, dicht tegen zich aangedrukt, in een donker hoekje van een doodlopend steegje. Ze was doodsbang. Maar ze kon niet anders. Ze was op de vlucht en ze zag nog maar één oplossing. Dit kindje, hoe wreed ook, moest verdwijnen. Voorgoed.
Met tranen in haar ogen stopte ze het babymeisje in een grote plastic tas en stopte deze, zonder er verder nog bij na te denken, in de eerste de beste vuilcontainer die ze tegen kwam. De deksel ging dicht en in een versnelde pas lverliet ze het steegje weer. Een paar dagen later werd de container geleegd en niemand (behalve de moeder zelf) heeft ooit van het bestaan van het kleine babymeisje, af geweten.
Waar zou u voor kiezen?
Twee compleet verschillende scenario’s. Maar tegelijkertijd twee zulke schrijnende verhalen, die je recht in het hart weten te raken. Denkt u eens in; als u in zo’n situatie zou verkeren en u écht geen andere mogelijkheid meer ziet, om wat voor een reden dan ook. Zou u uw kindje dan in een veilige en warme omgeving, achterlaten, waar uw kindje liefdevol opgevangen wordt en de kans gegeven wordt om een toekomst op te kunnen bouwen?
Of zou u er voor kiezen om uw kindje in een vuilcontainer, of onder de koude en smerige grond, midden in de bossen, waar niemand het ooit nog vinden zal, dumpen? En waar het kind het recht om te mogen leven, om alsnog een mooie toekomst op te bouwen, ontnomen wordt?
Ik persoonlijk zou voor een vondelingenkamertje, waar je weet dat je kindje daar goed en liefdevol en met alle respect, opgevangen en verzorgt zal worden. Dat duizend keer liever, dan als oud vuil begraven en vergeten worden. Want de wereld mag het dan wel niet weten. Maar jij, als persoon, als moeder, zult zoiets ingrijpends nooit vergeten. En je zult dat geheim, je hele leven met je meedragen.
Strafbaar
In beiden gevallen is het in Nederland strafbaar om een baby te vondeling te leggen. En ik ben me er heel erg van bewust dat niet alle vondelingen die gevonden worden met een kans op een betere toekomst, die daadwerkelijk te krijgen. Het klinkt heel hard wat ik nu ga zeggen, maar het is maar net bij wie je terecht komt. Maar geldt dat niet voor alle pasgeboren baby’s? Het is maar net waar je wiegje staat. Hard…maar wel waar.
En ik weet dat ik makkelijk praten heb. Ik heb het enorm getroffen met zulke lieve en zorgzame ouders. Dat het ook anders kan gaan, dat weet ik maar al te goed. En ik vind het dan ook hartverscheurend om verhalen van mensen te lezen of horen, die géén liefdevolle en gelukkige jeugd hebben gehad en daardoor voor het leven getekend zijn. Ik gun daarom ook ieder kind een liefdevolle en gelukkige jeugd. En daarom ben ik ook zo’n grote voorstander van de Stichting de Beschermde Wieg, die het mogelijk maakt om alle vrouwen in nood, die om wat voor een reden dan ook, niet aan kunnen of durven te kloppen bij de reguliere hulpverlening, een helpende hand aan te reiken, of een luisterend oor aan te bieden, als ze daar voor zouden willen kiezen. Bovendien, mochten deze vrouwen dan toch de keuze al hebben gemaakt om afstand te doen van hun kindje, dan liever in een warme en veilige omgeving dan ergens als grofvuil gedumpt te worden…toch?
Heel mooi geschreven Annemarie, het pakte mij echt.